050 - 727 15 00

Code zwart

Code zwart

Code zwart

In de afgelopen (crisis)periode (coronapandemie) is er teveel geluisterd naar experts en onvoldoende naar de (ervaringen van de) patiënt. De complete disbalans tussen de covid-19 zorg en reguliere zorg vraagt om een fundamentele herbezinning op de aanpak bij een volgende crisissituatie. Als de ‘patiënt’ daarbij niet betrokken wordt, dan is het pas echt code zwart!

Jan van Loenen - Zorgbelang Drenthe

Hoewel het post-coronatijdperk nog niet is aangebroken, is het goed om te reflecteren op de afgelopen periode. En om maar met de deur in huis te vallen, Nederland was onvoldoende voorbereid op covid-19. Terwijl in China eind vorig jaar al alarmerende berichten kwamen over een uiterst besmettelijk en levensbedreigend virus, dachten we geen van allen aan een razendsnelle verspreiding die uiteindelijk uit zou groeien tot een pandemie. Ook toenmalig minister Bruins sprak in februari nog geruststellende woorden; nee, het zou zo’n vaart niet lopen…

Ook toen in de regio Lombardije (Noord-Italië) sprake was van een heuse uitbraak van het virus kon niemand vermoeden dat een aantal weken later ook in ons land een lockdown werd afgekondigd. Vooral in Brabant bleken veel mensen besmet met covid-19, maar ook elders ontstonden ‘haarden’.

Al snel bleek dat de capaciteit op de intensive care afdelingen (ICs) van de ziekenhuizen niet toereikend was om de snelle stijging van ernstig zieke covid-19 patiënten op te kunnen vangen. De niet acute, reguliere zorg werd nagenoeg stilgelegd en met man en macht werd gewerkt aan opschaling van de IC-capaciteit. En het huzarenstukje kwam op tijd gereed! Zorgprofessionals leverden een prestatie van formaat en maatschappij-brede waardering viel hen ten deel. En terecht!

Maar er was ook een schaduwzijde aan deze aanpak. Geplande zorgafspraken werden afgezegd of uitgesteld, behandelingen van ‘reguliere’ zorg gingen niet door en als gevolg van de lockdown mochten naasten niet meer op bezoek bij hun geliefden in het verpleeghuis of andere (jeugd)zorginstellingen. Het gevolg was dat de kwaliteit van leven voor veel (kwetsbare) mensen ernstig onder druk kwam te staan. In een enkel geval haalden familieleden hun geliefden zelfs uit het verpleeg- of verzorgingshuis. Ook een ander fenomeen manifesteerde zich: zorgmijding. Mensen met soms ernstige klachten durfden niet meer naar hun huisarts of het ziekenhuis.

In deze crisisperiode leek Nederland geregeerd te worden door virologen en microbiologen. Zonder hen deskundigheid ook maar enigszins in twijfel te willen trekken, denk ik dat het verstandig zou zijn geweest om ook ‘andere’ experts te betrekken bij de aanpak van de coronacrisis.

Hoe groot de gezondheidsschade is als gevolg van afgezegde afspraken, uitgestelde behandelingen en zorgmijding is op dit moment nog niet te beoordelen. Evenmin kunnen we slechts gissen naar de maatschappelijke gevolgen van de coronacrisis. Wel zijn er vragen, heel veel vragen…

Waarom werd het gevaar van covid-19 aanvankelijk zo onderschat? Waarom is de IC-capaciteit in Nederland niet toereikend om een echte crisis op te kunnen vangen?

Waarom zijn IC’s onderdeel van de onderhandelingen tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars, het is toch een noodzakelijke publieke voorziening? Waarom werd er in eerste instantie geen extra beademingsapparatuur aangeschaft? Waarom bleek de testcapaciteit ontoereikend? Waarom was er schaarste aan persoonlijke beschermingsmiddelen? En zo zijn er nog legio vragen!

Op 16 juni 2020 presenteerden de Federatie Medisch Specialisten (FMS) samen met de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst (KNMG) een draaiboek waar in geval van schaarste aan capaciteit, keuzes worden gemaakt tussen patiënten die wel of niet voor behandeling in aanmerking komen. In die omstandigheden wordt over ‘code zwart’ gesproken. Een van de criteria is leeftijd en kort gezegd komt het erop neer dat jong voor oud gaat.

Hoewel ik het goed vind om deze dilemma’s bespreekbaar te maken, vind ik de wijze waarop de FMS en KNMG dit doen onzorgvuldig, onethisch en principieel onjuist. In de eerste plaats is het de patiënt die beslist en niet de specialist. En als de patiënt daartoe niet (meer) in staat is, dan beslist diens naaste. In de tweede plaats wordt al jaren het adagium van ‘de patiënt centraal’ gehuldigd en het wordt hoog tijd om die te betrekken bij het maatschappelijk debat over de grondige herziening van het zorgstelsel enerzijds en de (her)inrichting van het regionale zorglandschap anderzijds.

In de afgelopen (crisis)periode is er teveel geluisterd naar experts en onvoldoende naar de (ervaringen van de) patiënt. De complete disbalans tussen de covid-19 zorg en reguliere zorg vraagt om een fundamentele herbezinning op de aanpak bij een volgende crisissituatie. Als de ‘patiënt’ daarbij niet betrokken wordt, dan is het pas echt code zwart!

Jan van Loenen

Partners

Provincie Drenthe
Adviespunt
Alles is gezond
Alliantie
Biblionet Drenthe
BGD
Drenthe gezond
Zorgbelang Nederland